Skip to main content

Verzwijging Zwitserse rekening. Sanctie: het verbeuren van het saldo

Art 194 van Boek 3 Burgerlijk Wetboek bepaalt dat hij die bij de verdeling van de gemeenschap opzettelijk een goed verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt zijn aandeel daarin ten behoeve van de andere deelgenoten verbeurt. Een harde sanctie op oneerlijk gedrag, waarop ook bij verdelingen van nalatenschappen nog wel eens een beroep gedaan wordt. De sanctie geldt ook als er aanwijzingen zijn dat met de verzwijging een resultaat zou zijn bereikt dat in overeenstemming was met de wil van de erflater.

De achtergronden van de zaak

Erflaatster heeft in 2000 bij testament haar zoon en neef tot enig erfgenamen benoemd. De neef is een kind van haar op jeugdige leeftijd overleden zuster; de neef is vanaf zijn 12e levensjaar in het gezin van erflaatster opgegroeid. Erflaatster belandt begin 2008 in een verzorgingstehuis en overlijdt in september 2008 op 90 jarige leeftijd.
In mei 2008 heeft de zoon met gebruikmaking van een algemene volmacht een bedrag ad € 643.497 van een aan zijn moeder toebehorende Zwitserse nummerrekening overgeboekt naar rekeningen ten name van zichzelf en zijn vrouw, waarna hij de nummerrekening vervolgens heeft opgeheven.
Na het overlijden van zijn moeder zwijgt de zoon tegenover zijn neef over de overboekingen. Als de neef hem maanden later met het bewijs van de overboekingen confronteert ontkent hij dat het bedrag onderdeel van de nalatenschap van zijn moeder was. In de latere procedure stelt de zoon dat de overgeboekte bedragen door zijn moeder aan hem zijn geschonken.

Standpunt neef

De neef stelt dat zijn tante in mei 2008 al niet meer in staat was haar wil te bepalen. De zoon zou het saldo op de Zwitserse rekening zonder recht of titel hebben onttrokken aan het vermogen van zijn moeder. De moeder zou op grond daarvan een vordering tot terugbetaling op hem hebben. Na haar overlijden zou die vordering zijn overgegaan op haar erfgenamen. Door het bestaan van die vordering opzettelijk te verzwijgen voor zijn neef, heeft de zoon zijn aandeel daarin (feitelijk dus het aandeel in de vordering op zichzelf) verbeurd o.g.v. het bepaalde in art. 3:194 lid 2 BW. Anders gezegd: de zoon dient niet de helft maar het volledige bedrag ad € 643.497 aan de neef te betalen !

Uitkomst van deze zaak

De zoon trekt in alle instanties aan het kortste eind en moet het bedrag dat hij getracht had buiten de verdeling te houden volledig aan zijn neef vergoeden. De Hoge Raad volgt de zoon weliswaar in zijn bezwaar dat het Hof had miskend dat voor toepassing van de sanctie van het verbeurte vast moet staan dat de deelgenoot het bestaan van dat goed opzettelijk verzwijgt. Dit leidt echter niet tot vernietiging van het arrest van het Hof omdat volgens de Hoge Raad uit de overwegingen van Hof volgt dat de zoon wist dat het verzwegen goed tot de nalatenschap behoorde. De Hoge Raad achtte dus opzet aanwezig (zie HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:565).

De zoon meende dat de sanctie niet al zou kunnen worden toegepast vóór dat de verdeling was voltooid. Omdat daarvan nog geen sprake was en de zoon tot inkeer was gekomen en alsnog bereid was de helft van het bedrag met zijn neef te delen, kon hij zijn aandeel in de vordering nog niet hebben verbeurd.
De Hoge Raad volgt hem daarin niet. De strekking van de sanctie van verbeurte is om oneerlijk gedrag van de deelgenoten tegenover elkaar te ontmoedigen. Deelgenoten (zoals erfgenamen) zijn in het algemeen sterk afhankelijk van de juistheid en volledigheid van de over en weer verschafte inlichtingen omtrent het bestaan van tot de gemeenschap behorende goederen. 
Wel wijst de Hoge Raad erop dat denkbaar is dat de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid er toe kan leiden dat de sanctie verbeurte achterwege blijft. Op die bepaling was in deze zaak echter geen beroep gedaan.

Vast stond overigens dat moeder een jaar voor haar overlijden aan adviseurs te kennen had gegeven dat zij van plan was haar testament te wijzigen in die zin dat haar zoon tot enig erfgenaam zou worden benoemd. Mogelijk meende de zoon daarin een rechtvaardiging te hebben gezien voor zijn handelen. Het heeft de rechters die zich over de zaak hebben gebogen in ieder geval niet milder kunnen stemmen.

Ernie Bongers

Author Ernie Bongers

Ernie heeft zich als advocaat van aanvang af toegelegd op het civiele recht. Naast zijn algemene praktijk focust Ernie zich al geruime tijd in het bijzonder op het erfrecht.

More posts by Ernie Bongers

Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.