Skip to main content
Tag

uitsluitingsbeding

Meedelen in Italiaanse erfenis

By Internationaal erfrecht No Comments

De uitsluitingsclausule een bijzondere bepaling

De huidige wet biedt de erflater de mogelijkheid om bij testament te bepalen dat de goederen die uit zijn nalatenschap verkregen worden niet in een gemeenschap vallen waarin de erfgenaam of degene die een legaat ontvangt gehuwd is. Deze zgn. uitsluitingsclausule wordt bijna standaard in elk testament opgenomen. Dit hangt samen met het Nederlandse huwelijksvermogensrecht waarin voorhuwelijks vermogen, erfrechtelijke verkrijgingen en giften automatisch gemeenschappelijk worden als er geen huwelijksvoorwaarden zijn gemaakt. Dit stelsel is een exotisch buitenbeentje en komt behalve in Nederland nog slechts in Suriname en Zuid-Afrika voor.

Het laat zich raden dat buitenlandse erflaters en notarissen daar vaak niet op bedacht zijn. De gevolgen daarvan kunnen vele jaren later pas aan het licht komen.

De Italiaanse casus

De vrouw had in Italië in de 50’er jaren onroerend goed van haar opa en tante geërfd. Omdat hun nationale recht de wettelijke gemeenschap van goederen niet kent, was er voor de Italiaanse erflaters geen aanleiding om in het testament een uitsluitingsclausule te laten opnemen. In 1968 was de vrouw in Nederland met een Nederlander in gemeenschap van goederen getrouwd. Het huwelijk was in 1981 door echtscheiding ontbonden. Het huwelijksvermogensrecht werd beheerst door Nederlands recht.
De rechtbank in Arnhem had in 2012 op verzoek van de vrouw – dus 30 jaar na de echtscheiding – voor recht verklaard dat het Italiaanse onroerend goed niet in de gemeenschap was gevallen.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was in 2015 een andere mening toegedaan: het Hof achtte het in de tussen partijen geldende verhoudingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar dat het onroerende goed in de gemeenschap van goederen zou vallen. Het feit dat de destijds door de erflaters in Italië geen rekening was (of: kon worden) gehouden met de mogelijkheid dat het onroerend goed ooit in een gemeenschap zou vallen, was onvoldoende aanleiding om tot een ander oordeel te komen.

Beslissing Hoge Raad

De Hoge Raad laat deze beslissing in stand. De vrouw moet dus alsnog de helft van de huidige waarde van het onroerend goed verrekenen met haar ex-echtgenoot.
Uit het arrest van 17 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:276) blijkt dat de Hoge Raad het onder meer van belang acht dat de vrouw het onroerend goed had verkregen ruim voor zij in 1968 in het huwelijk trad met de man. Zij had het, anders gezegd, dus zelf in haar macht gehad om er voor te zorgen dat het onroerend goed niet in de gemeenschap zou zijn terecht gekomen door huwelijkse voorwaarden aan te gaan bij het sluiten van het huwelijk.

Wetswijziging per 1 januari 2018

De hiervoor geschetste problematiek zal in de toekomst tot het verleden behoren. Per 1 januari 2018 treedt de Wet Beperking gemeenschap van goederen in werking.  In beginsel zal dan alles wat door een schenking of erfenis is (of zal worden) verkregen privévermogen blijven, een uitsluitingsbeding is daarvoor niet meer nodig. Voor alle nalatenschappen die voor de inwerkingtreding van de Wet openvallen geldt het oude regime.