Wanneer moet er een boedelbeschrijving gemaakt ?

De wet verplicht niet altijd tot het maken van een boedelbeschrijving.
Wel zijn erfgenamen verplicht elkaar alle gegevens te verstrekken die van belang kunnen zijn voor de bepaling van hun aandeel in de nalatenschap.
Ieder van hen heeft recht te verlangen dat er een boedelbeschrijving wordt opgemaakt.
Een boedelbeschrijving omvat een opgave van de samenstelling van de tot de nalatenschap behorende bezittingen en schulden plus een waardering.
Een boedelbeschrijving kan door een notaris in de vorm van een notariële akte worden opgesteld. Als alle betrokken partijen daarmee instemmen kan de boedelbeschrijving ook in een onderhandse (niet notariële) akte worden vastgelegd.

Als er een executeur is aangesteld die is belast is met de afwikkeling van de nalatenschap, rust op hem de verplichting een boedelbeschrijving op te stellen en deze aan de erfgenamen te verstrekken, ongeacht of het saldo van de nalatenschap positief of negatief is. Op deze manier verschaft de executeur informatie over de samenstelling van de nalatenschap aan de erfgenamen.

Een boedelbeschrijving is verplicht indien:

a/ één van de erfgenamen de nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair) heeft aanvaard. Deze regel geldt niet indien de wettelijke verdeling van toepassing is en één van de kinderen aanvaardt beneficiair.
Dit hangt samen met het feit dat aan de kinderen slechts een vordering op de langstlevende verkrijgen en zij niet rechtstreeks door de schuldeisers kunnen worden aangesproken;

b/ één van de erfgenamen het vrije beheer over zijn vermogen mist (bij minderjarigheid, faillissement, schuldsanering, ondercuratelestelling en ingeval het vermogen onder bewind is gesteld).

In beide situaties dient de boedelbeschrijving in een notariële akte te worden vastgelegd.

Wat is het belang van de notariële boedelbeschrijving ?

Het belang van een notariële boedelbeschrijving is met name gelegen in de afgelegde eed of belofte. De eed of belofte draagt ertoe bij dat de boedelbeschrijving zoveel als mogelijk waarheidsgetrouw is. Een foutieve opgave bij een boedelbeschrijving die bij notariële akte is opgemaakt aan te merken als een meineed. Onder omstandigheden kan dat tot een strafrechtelijke veroordeling leiden.

Wat als een erfgenaam boedelbestanddelen verzwijgt ?

De erfgenaam die opzettelijk verzwijgt dat hij tot de nalatenschap behorende goederen of gelden onder zich heeft loopt het risico dat hij zijn aanspraken daarop verbeurt aan de andere erfgenamen. Deze sanctie geldt ook als de boedelbeschrijving onderhands is opgemaakt. Het opzettelijk verzwijgen of achterhouden van goederen kan dus verstrekkende consequenties hebben. Niet altijd wordt in de rechtspraak deze vergaande consequenties verbonden aan de verzwijging.
Zo oordeelde het Gerechtshof Amsterdam in 2013 dat de sanctie van verbeurte te zwaar was in een situatie waarbij vader het bestaan van een buitenlandse bankrekening met een aanzienlijk saldo en een in het buitenland gelegen stuk grond voor zijn kinderen had verzwegen.
De setting was die van de wettelijke verdeling. Zoals hiervoor reeds is aangegeven beschikt de langstlevende ouder over een hele sterke positie; men kan zich dan ook afvragen of met deze uitspraak de positie van de kinderen niet te ver is veronachtzaamd.
Wanneer men de lijn die het Hof heeft uitgezet volgt, staat er nauwelijks een sanctie op verzwijging en bedrog door de langstlevende ouder bij het opstellen van de boedelbeschrijving. Dit zou een ongewenste ontwikkeling zijn.

Is het als erfgenaam verstandig om altijd een boedelbeschrijving te verlangen ?

Een belangrijk voordeel van de boedelbeschrijving is dat daarmee in de toekomst discussies over de samenstelling van de nalatenschap en de waarde daarvan kunnen worden voorkomen. Toch blijft een boedelbeschrijving nogal eens achterwege. Wanneer de wettelijke verdeling van toepassing is, zijn de kinderen niet altijd geneigd aan te sturen op een boedelbeschrijving. De kinderen krijgen een niet opeisbare vordering voor hun aandeel in de nalatenschap op de langstlevende ouder. Omdat door een beschrijving van de boedel geen wijziging brengt in de niet opeisbaarheid van de vordering, is er geen direct voordeel te behalen met de boedelbeschrijving. Daar komt bij dat er voor de aangifte erfbelasting sowieso een berekening van de omvang van de vorderingen van de kinderen gemaakt moet worden, waarmee meestal een redelijk beeld verkregen kan worden van de samenstelling van de boedel en de vorderingen die de kinderen hebben.

Het is de vraag of het kind er dan verstandig aan doet om een formele boedelbeschrijving te verlangen in die situatie. Het kind laadt daarmee mogelijk de verdenking op zich inhalig of wantrouwend te zijn. De goede verhoudingen in de familie worden wellicht op het spel gezet.
Terughoudendheid in dit opzicht is dus begrijpelijk, maar daar dient dan wel bij te worden aangetekend dat als er een nieuwe partner in beeld komt bij de overgebleven ouder de kinderen minder terughoudend zijn en zich zakelijker gaan opstellen en dus groter belang hechten aan de exacte vaststelling van deze vordering.
De ouder zal de wens van het kind tot het opstellen van een boedelbeschrijving mogelijk opvatten als een afwijzing of afkeuring van de nieuwe relatie.

Kortom als men jaren na het openvallen alsnog een boedelbeschrijving verlangt is de kans op conflicten niet kleiner. Het zal duidelijk zijn dat bij dit soort keuzes meer overwegingen een rol spelen dan enkel juridische.